Stelling: Dikverdieners aan de crisis moeten noodlijdende merken helpen
ʻIN TIJDEN VAN CRISIS IS SOLIDARITEIT IETS WAT WE SOWIESO ZOUDEN MOGEN VERWACHTEN VAN ELKAARʼ
Wat vind ik veel van deze stelling en dan niet alleen over het marketingperspectief. Natuurlijk is het nobel van Burger King om hun marketeer uit te lenen en de oproep om ook bij McDonald’s te gaan eten is wellicht nobel en slim tegelijk. Het is de combinatie van nobelheid
en slimme marketing die ons allen goed doet. Door ook het sociale aspect centraal te stellen, is het niet alleen beter voor het merk, maar ook voor de maatschappij.
Zeker in deze tijden waar het voor velen extra zwaar is, is het meer dan solidair om bij te springen, waarbij alle beetjes helpen, van zowel de dikverdieners als de kleine zelfstandige. Zo zorg ik kosteloos voor de marketing van mijn favoriete stamcafé en geef ik klanten van de drankenhandel van mijn man gratis advies, maar buiten deze periode om zouden we dit ook moeten doen. Ons hard maken voor goede doelen bijvoorbeeld.
Zo wil ik graag mijn capaciteiten inzetten op mijn digital nomadeiland Bonaire om de aandacht te vergroten voor het behoud van de natuur. Het geeft een goed gevoel om jezelf in te zetten voor anderen en specifi eke doelen en het draagt voor dikverdieners bij aan hun imago en het welzijn van hun medewerkers.
Of het geheel belangeloos is, is maar de vraag. Het geeft mij een goed gevoel en dat is ook een belang, net als het gezegde Wie goed doet, goed ontmoet. Het zijn belangen die socialer zijn en een ander effect sorteren dan de euro’s onder aan de streep. Desalniettemin, in tijden van crisis is solidariteit iets wat we sowieso zouden mogen verwachten van elkaar.